Simone Smit helpt de werkende vijftigplusser verder

 In Ontwikkeling

Aan het werk zijn betekent niet per se dat je ook goed op je plek zit. Of dat je de zekerheid hebt dat je over een paar jaar nog steeds datgene doet wat je leuk vindt. Loopbaanadviseur Simone Smit spreekt uit ervaring en helpt als zelfstandige de vijftigplusser op weg naar een prettige ‘derde werkfase’. “Ik help ze vooral om het vertrouwen in zichzelf weer terug te vinden.”

Smit is inmiddels zo’n drieënhalf jaar actief als zelfstandige en heeft het idee dat ze nu exact doet wat ze leuk vindt en waar ze goed in is. Dat na bijna dertig jaar werkzaam te zijn geweest in de financiële dienstverlening. “Schade-afhandeling, levensverzekeringen, leidinggeven en loopbaancoaching: van alles is in die jaren voorbijgekomen. Ik heb daar zo’n veertien banen gehad. Uiteindelijk kwam ik erachter dat ik het vooral leuk vind om mensen uit te dagen, te achterhalen wat iemand leuk vindt om te doen en wat diegene nog méér kan.”

Toen duidelijk werd dat haar werkzaamheden een meer coördinerend karakter zouden krijgen, nam Smit het heft in eigen handen en is ze voor zichzelf begonnen. “Juist binnen mijn eigen leeftijdscategorie, de vijftigplusser. Omdat ik weet wat er speelt bij mensen die al tig-jaren werkervaring hebben. Een heel dankbare taak om er samen met deze werknemers zelf voor te zorgen dat ze weer happy op de werkvloer staan.”

Stoere zet

Vijftigplussers hebben over het algemeen al een hele carrière achter de rug wanneer ze bij Smit aankloppen. In welke situatie zij vaak zitten? “Het zijn zelden werklozen, maar voornamelijk mensen die weten dat over een jaar hun kantoor gaat sluiten. Die dan plots anderhalf uur onderweg zijn naar hun werk. Of zij die weten dat ze andere taken uit moeten gaan voeren. ‘Wil ik dat wel?’ Of simpelweg werkenden die hun werk niet meer leuk vinden.” Mensen zien, bijvoorbeeld door fusies, hun werkomgeving drastisch veranderen en weten dat het nooit meer hetzelfde zal zijn.

Smit herinnert zich een communicatie-expert die in principe wel met communicatiewerkzaamheden bezig was. “Maar dat omhelsde niets meer dan regels in een CRM-systeem tikken, zodat de helpdesk vragen van klanten kon beantwoorden. Terwijl ze het juist erg leuk bleek te vinden om voor een groep te staan en zaken uit te leggen. Dus vroeg ze aan haar leidinggevende of ze eens een workshop mocht geven wanneer die mogelijkheid zich aan zou dienen.” Na een switch, naar een afdeling waar het geven van workshops centraal stond, kreeg Smit recentelijk nog een berichtje van haar. “Ze gaat op haar vijfenvijftigste het onderwijs in! Ontzettend stoer.”

Derde werkfase

Voor vijftigplussers zit het werkgeluk niet meer zozeer in een huizenhoog salaris of een auto van de zaak. “Zij zitten in de, zoals ik het zelf noem, derde werkfase van hun loopbaan. In de eerste fase ben je beginnend en leer je veel. In de tweede fase ga je de toppen van je ambities najagen. In de derde werkfase willen werkenden vooral van toegevoegde waarde zijn voor hun organisatie en gewaardeerd worden. Ze hoeven zich niet meer te bewijzen, dat hebben ze allang gedaan.”

Aan Smit vooral de taak om mensen weer in te laten zien wat ze goed kunnen. “Vijftigplussers hebben vooral behoefte aan coaching om het vertrouwen in zichzelf weer terug te vinden. Omdat ze minder waardering krijgen van collega’s. Doordat ze niet meer met plezier naar hun werk gaan. Samen met hen zet ik ze weer op het juiste pad, richting wat ze wél leuk vinden.” Zoals de klantenservicemedewerkers die steeds minder rechtstreeks met mensen in contact kwamen. “Die zijn stressbestendig, sociaal en weten de juiste vragen te stellen. Op de meldkamer van de politie zijn ze ongelofelijk blij met dit type werknemers.” Of diegene die een bed & breakfast begon. “Zij woonde toch al naast een pretpark en het was altijd al haar droom om dit te doen.”

Financiële zwaargewichten

Finance specialisten, als controllers en compliance officers, komen op latere leeftijd ook nog moeiteloos aan het werk. “Zij willen zich het liefst nog verder specialiseren. Bij hen is het niet zozeer de vraag óf ze ergens aan de slag kunnen, maar meer wáár dit gaat gebeuren.” Velen laten financiële instellingen achter zich, om in meer maatschappelijk betrokken organisaties een rol te bekleden, of bij innovatieve startups, die ook op zoek zijn naar – en behoefte hebben aan – ervaring.

Wat Smit ook binnen haar praktijk regelmatig voorbij ziet komen, zijn zij in financiële topposities die alvast voorsorteren op een leven na het ‘C-level’. “Deze financiële zwaargewichten hebben vaak de ambitie om in een toezichthoudende functie verder te gaan. Vaak beginnen ze al tijdig met het volgen van de juiste opleidingen, zodat ze aan het einde van hun termijn meteen een toezichthoudende functie kunnen gaan bekleden, op een plek waar ze van betekenis willen en kunnen zijn.”